human interest

honden

 

Constant Engelbert (28) en zijn hond Flupke (2)

Hoe is het leven als je op straat steeds weer opnieuw bij vergissing wordt aangezien voor een bekende held van het witte doek? Zo vergaat het Flupke, de speelse Dalmatiër van Constant Engelbert. Als Constant zijn dochtertje van school gaat ophalen, wordt de hond bestormd door jeugdige fans die hem een aai of een pootje willen geven. “Is het Bongo? Is het één van de Honderd-en-één?” wordt er gejoeld. Flupke is zichtbaar in zijn nopjes met al die aandacht, want hij is net zo dol op kinderen als de kinderen op hem. Bij de politie daarentegen heeft men absoluut geen oog voor de vermeende sterrenstatus van het dier. Geregeld wordt Constant gemaand Flupke, die gewend is om los te lopen, aan te lijnen en als een welopgevoed burgerhondje naast de baas te laten lopen. Niet zo lang geleden kreeg hij op de Brusselsestraat vanuit een patrouillerende wagen nog de waarschuwing die hond aan de riem te nemen. Toen de auto voorbij was, gaf hij Flupke weer de vrijheid. De agenten, die een fijne neus hebben voor rebelse karakters, kregen hem echter opnieuw in het vizier, nadat ze een sluipomweggetje hadden gemaakt via de Kommel. “We hadden u toch gezegd hem aan te lijnen!”, snoven ze. Maar Constant, die zich niets aantrekt van wat hij de grote hondenhetze noemt, antwoordde doodkalm: “U zei vastnemen, maar ik heb niks gehoord over vasthouden.”


Marcel Derks (29) en Semmie (3) ofdewel Kneppie

(van Knepke, snoepje in het Maastrichts) Marcel Derks en Semmie zitten in de horeca. De slaap die in de nachtelijke uren wordt overgeslagen, wordt ’s morgens ingehaald. Semmie houdt zijn ochtendplasje geduldig en zonder morren in totdat zijn baas wakker wordt. Dat is vaak niet voor twaalf uur. “De hond betekent heel veel voor me”, zegt Marcel over zijn trouwe Golden Retriever. “Eigenlijk alles. Het gaat zelfs zo ver dat ik het met mijn vriendin uit zou maken als ze Semmie niet zou accepteren.” Hij geeft toe dat deze enorme toewijding getuigt van een geval apart.De liefde komt van twee kanten, want de Retriever volgt zijn baas altijd en overal, legt zich aan zijn voeten als hij plaatsneemt op een terras en vlijt zich naast hem aan de bar. Eén keer deed hij zelfs een poging óp een kruk plaats te nemen, maar hond en kruk vielen beide op de grond. Volgen is eigenlijk niet het goede woord voor Semmie: vaak loopt hij in de Maastrichtse binnenstad namelijk voorop en stapt hij binnen in alle horecagelegenheden waar de deur openstaat. Want hij weet dat zijn baas er een veel geziene gast is en dat híj, Kneppie, er een koekje krijgt.Kortom, de levensgenietende inslag van het onafscheidelijke duo heeft zó’n uitstraling, dat agenten steevast vriendelijk groeten en vergeten de loslopende viervoeter uit te foeteren. Marcel zegt over zichzelf: “Als ik een hond zou zijn, dan was ik een Bourghondiër”. Die gedachte speelde misschien ook door Semmies hoofd in een vorig leven…

Sandra Hoepel (23) en Harrie (9 maanden)

‘Toen Mopje nog een Mopje was…’
Harrie was tien weken oud toen hij bij Sandra Hoepel en Maurice in huis kwam: een heel klein, compact dropje. Maurice had eerder al eens een Duitse Dog gehad en viel, toen hij in de kennel kwam, meteen voor klein Harrietje, dat dezelfde kleur en tekening had als zijn oude hond. In het begin moest Sandra het mannetje de trap opdragen, omdat veel lopen volgens de fokker niet goed was voor het groeiend gestel. Na enkele weken werd Harrietje toch wel erg zwaar om te tillen, maar gelukkig bleek hij toen welwillend om zelf naar boven te lopen. Inmiddels komt hij tot aan Sandra’s heupen en reikt zijn kop tot boven haar taille. Hij is zo sterk dat je beter kunt zeggen dat hij zijn baasjes uitlaat dan omgekeerd, wanneer ze zich samen naar de Hoge Fronten, de Sint Pietersberg of het Stadspark begeven. Zowel Sandra als Maurice werken in de horeca. Maurice heeft zijn eigen café en Harrie begeleidt hem vaak naar zijn werk. Boven op kantoor of naast de gokkast valt hij dan, zoals een goeie luie dog betaamt, in een diepe slaap. Zachtjes snurkend in zijn hoekje kijkt niemand naar hem om, maar als hij gaat dromen schrikken de cafégasten soms op door de rare geluiden die hij produceert en door het heftige trekken met zijn poten.