toerisme

wyck


Tour de Wyck

Waar komt de naam Wyck vandaan? Moeten we geloof hechten aan de sage die vertelt hoe er ruzie uitbrak tussen de Maastrichtenaren en Wyckenaren? Iemand van over de brug zag dat zich in het centrum van de stad een veel grotere troepenmacht had gevormd en rende snel terug over het water, roepende “Wijk! Wijk! De strijd is reeds verloren!” Dat van beide kanten met scheldwoorden over de Maas werd gesmeten, is bekend. De Maastrichtenaren noemden de Wyckenaren spottend worteletikkers en werden op hun beurt uitgemaakt voor reubeslikkers. Of is de meer wetenschappelijke uitleg aannemelijker, dat Wyck van het Latijnse vicus komt, dat nederzetting betekent? Nog steeds vormt het gebied als het ware een stadje in de stad, met eigen feesten, eigen tradities, een eigen winkelklimaat en vooral een heel eigen karakter. Marleen Thissen van Potterie La Baraque spreekt van de Maastrichtse Jordaan, de galerie Rive Gauche laat in de naam overeenkomsten doorklinken met het bekende stukje Parijs en President Mitterand moet zich tijdens de Eurotop in Maastricht in Wyck hebben thuis gevoeld als in het al even fameuze Quartier Latin. EXIT maakt met u een Tour de Wyck, een rondgang door de geschiedenis en door de straten van dit zeer aantrekkelijke stadsdeel.

 

Als je naar oude kaarten van Maastricht kijkt, of naar de beroemde Franse maquette die in het midden van de achttiende eeuw voor Lodewijk XV werd gemaakt – waarvan een kopie zich in het Bonnefantenmuseum bevindt – valt het steeds weer op: hoe klein was dat Wyckje toch eigenlijk maar en hoe iel de navelstreng die het met Maastricht verbond, namelijk de Aw Brök. Laatstgenoemde was tot in de dertiende eeuw nog van hout, totdat hij in 1275 onder het gewicht van tweehonderd dansende feestvierders instortte. Toen werd hij door een brug van steen vervangen, met aan de Wycker kant een gedeelte van hout, dat in oorlogstijd kon worden weggenomen.
Militaire strategieën waren er ook de oorzaak van dat dit stadsdeel lange tijd niet kon groeien: het lag, als een ridder in een stroef harnas, onwrikbaar ingeklemd tussen de vestingmuren. Direct buiten die muren was het platteland, waar het Siecken, het melaatsengesticht te vinden was, waar allerhande gespuis het de reizigers onveilig maakte en waar de gemeentelijke galg stond opgesteld (op de plaats waar nu de Albert Heijn ligt).

In de vestingmuur waren slechts twee poorten, de Duitse Poort en de Sint Maartenspoort, die toegang verschaften tot de wegen richting Aken en Meerssen. Dit leverde problemen op toen men in 1853 begon met de aanleg van het spoorwegemplacement: mensen die per trein arriveerden in Maastricht moesten een hele grote omweg maken om via de brug het water richting centrum over te kunnen steken. (Tussen haakjes, de eerste spoorlijnen die werden aangelegd liepen naar Aken, Hasselt en Luik; pas meer dan tien jaar later, in 1863, kwam voor het eerst een verbinding tot stand met een andere stad in Nederland). Eerst moest je tussen de vestingwerken door zigzaggen om bij de stadspoort te komen. Vervolgens was je gedwongen liefst zes keer de hoek om te gaan om via de Lage Barakken, Bourgognestraat, Wycker Grachtstraat, Kattenstraat, Rechtstraat en Wycker Brugstraat eindelijk de overgang over de Maas te bereiken.
Dan is het nu toch heel wat gemakkelijker om vanaf het station in het centrum te komen. En vooral andersom kun je op je fiets vaart maken op het lange, rechte stuk door de Wycker Brugstraat en de Stationsstraat, als je je op de helling van de brug hebt kunnen afzetten. Wel oppassen geblazen voor op straat flanerende wandelaars, want die nemen het er vaak niet zo nauw met de scheidslijn tussen stoep en weggedeelte.

Die rustig kuierende en keuvelende mensen roepen herinneringen op aan hoe de Percée er uitgezien moet hebben aan het einde van de vorige eeuw. In navolging van de rigoureuze aanleg van boulevards in Parijs onder leiding van de doortastende Baron Haussmann – brede, rechtlijnige straten met indrukwekkende vergezichten, onder andere bedoeld voor het laten paraderen van de troepen – wilde het stadsbestuur van Maastricht ook zo’n prestigieus, modern project. Hiertoe werd een doorbraak, een percée, geforceerd dóór de vestingwerken heen – die in 1867 hun functie verloren hadden – en dóór verschillende straten die als het ware in de weg lagen, waaronder de Rechtstraat. Deze vormde tot die tijd een onafgebroken, aaneengesloten wand. Aanvankelijk bood de Percée aan het ene uiteinde zicht op de brug en de torenspitsen aan de overkant van het water; aan het andere uiteinde op de imposante villa van Regout, Wyckerveld geheten. Toen de huishoudschool aan het begin van de eeuw haar intrek had genomen in dit pand, werd pal ervoor in 1914 het huidige station gebouwd.

De Stationsstraat en de Wycker Brugstraat moesten sjieke straten worden, opdat mensen die per spoor arriveerden in Maastricht onder de indruk zouden zijn van deze voorname stad. De vele, zeer verscheiden pronkgevels getuigen nog steeds van deze hang naar grandeur. Alleen ‘deftige lui’ konden zich er vestigen, omdat nieuwe bewoners moesten betalen voor riolering en bestrating. Het grote winkelpand van Maussen, dat nu Sunflowers en de couturezaak Envie huisvest, is een beetje als vreemde eend in de bijt geplaatst in de rij van historiserende namaakstijlen van het einde van vorige eeuw; verbouwd in de jaren dertig in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid, steekt het wit en strak af tegen de aangrenzende bak- en natuurstenen. Maar de zaak van Maussen, die bekend stond vanwege zijn gezelligheid en waar textielwaren als band, ondergoed en keukengoed te koop waren, was van groot belang voor Wyck, omdat de eigenaar als een van de eersten het belang van de Percée inzag als invalsroute naar het centrum. Vele winkeliers volgden zijn voorbeeld en kozen Wyck als vestigingsplaats.

Het grote aanbod aan specialiteitenzaken draagt voor een belangrijk deel bij aan het bijzondere winkelklimaat in Wyck. In tegenstelling tot het overvolle stadscentrum, waar zich het eenheidsworstenfenomeen heeft voorgedaan door een sterke opeenhoping van filialen aangesloten bij landelijke ketens, verbaas je je aan de andere kant van de Maas over het grote aantal zeer gespecialiseerde winkeltjes. Een treinenzaak, kaaswinkels, patisserieën, tabakswinkels, een elektronicazaak, winkels gespecialiseerd in zijde… De sfeer wordt ook voor een groot deel bepaald door het ruime aanbod aan galeries, kunstzaken en antiquariaten en natuurlijk door de overvloed aan cafés en restaurants. Wyck bruist bovendien door de vele evenementen die er worden georganiseerd, de wekelijkse antiekmarkt op zaterdag, de boerenmarkt op donderdag, de Wieker Broonk in september, het Jazzfeest in de zomer, de Kerstmarkt in december, het Gerechtsfeest in mei.

Maar misschien is Wyck toch het mooist op een hele gewone doordeweekse avond, bijvoorbeeld in de winter. Zomaar wat slenteren door de Rechtstraat en de Hoogbrugstraat, genieten van de rust, van de vaak schitterende etalages en van de gezelligheid die vanuit de horecagelegenheden de straten vult. Als worteletikker heb je maar geluk als je hier kunt wonen; als reubeslikker bof je omdat je de kans hebt wanneer je maar wil de Maas over te steken via de Aw Brök, het mooie uitzicht over het water – naar beide zijden overigens – te bewonderen en je onder te dompelen in de zo speciale sfeer van het Wyckse.

NB Wyck heeft nog niks van zijn charme verloren, maar wat het winkelaanbod betreft is een en ander wel veranderd. Ook hier kregen ketens als McDonald’s en Kruidvat voet aan de grond.